Je bent een koningskind,
Je wuift naar alle wereldwonderen.
Haai koe; een enthousiaste hand
Wappert bevestigend naar
Een staart.
Ook poezie moet eraan geloven.
Haar zachte haren strelen
Je ego, ze vindt me aardig!
Juich je voldaan.
Ver boven je
Zie je een metrum rijden.
Gaan we ooit ook eens…?
Je durft nog te dromen.
Een glas zonnesappelsap met
koekie-ook als we zo thuis zijn.
Genietend verkondig je:
Wat zijn we al dichtersbij!