In het dorpje Steenringe,
liggen mijn schildknapen en jonkvrouwen in thule en wit linnen.
Waar ze met een gelukzalige lach,
denken aan de avonturen van de voorbije dag.
Zij dromen van ridders en toernooien,
dissen, deernes en hoofdtooien.
Zo schuift ze, langzaam aan,
als een zilveren schijf, zuster maan.
Dan breekt de zon door,
en zingen de vogels in koor.
In het dorpje Steenringe,
sluipt langzaam de dag binnen.
Komt daar de eerste gouden straal,
dan ontwaken zij allemaal.
In het dorpje Steenringe,
kunnen nieuwe avonturen beginnen