de ontkenning druipt van je gezicht
als zoete stroop van een pannekoek
je leugens richten voortaan geen kwaad meer aan
daar ben ik veel te nuchter voor.
en we zijn zoveel veranderd, liefste
lange jaren vol kou en onbenul.
is de waarheid niet veel beter
dan de leugens je ons voorschiet?
en nogmaals voeren we dit gesprek
het heen en weer ketsen van zinnen.
waarom probeer je je te verdedigen
met woorden zonder inhoud?
en ironie speelt haar eigen spel
terwijl ik jou - al fluisterend - vertel
dat je in mijn ogen
het dichtst bij god staat
- ook jij bent puur van binnen.