Als kind dan denk je er is altijd wat, ik ben het gezeur van mijn ouders zat.
En moet je weer een avond vroeg naar bed of vraagt je moeder of je de koffiezet.
Dan valt het allemaal misschien niet mee, al weet je beter toch zeg je nee.
Dan komt de dag, dan ben je groot en weet je dat je van die tijd genoot.
Soms zeuren je ouders zo erg, dat je dacht had ik ze maar gedood.
Maar je moeder brengt liefde en warmte in huis.
Als zij bij je is voel je je pas thuis.
Je bent en blijft toch haar kind.
Ze staat toch ieder moment voor je klaar in voor en tegenspoed.
Maak als haar kind elke droom van haar waar.
Pas dan voelt een moeder zich goed.
Maar alle foute dingen die je nu doet zijn niet goed.
Toch heb ik van sommige dingen wel een beetje spijt.
Het gaat nu goed.
Me broer heeft nu een leuke meid.
Ik zal het ook nooit vergeten die oude tijd.
Ruzies wat soms nergens op sloeg.
En nu nog 2 maandjes dan zit ik samen met me broer in de kroeg.
Ik weet wel dat ik me soms als een nep neger gedroeg.
Maar dat was toen, het voelde of ik erg werd gehaat.
Maar daar wordt nu niet meer over gepraat.
Maar verwacht niet dat het zo overgaat, al is die tijd nu voorbij.
Wij zijn 2 broers en het zal altijd zo blijven.
Elke maand en elke dag.
Ik leef nu met een lach.
Het is nu zoveel anders als toen.
Als ik alles moet vertellen wat ik doe.
Stort de wereld zeker even in.
Maar deze dingen horen bij het leven.
Al ben en blijf ik toch je kind.
Er wordt hier niet meer gehaat.
Alleen nog maar gelach.
Dit heeft mij zeker tot een ander mens gemaakt.