Ik hoor je voetstappen op de gang,
die maken me zo bang.
Je hete adem in mijn nek,
het maakt me gek.
Vlucht naar het heiligdom in de berg,
wanneer je er voor staat ben je een dwerg.
Het geeft me nieuwe kracht,
waar ik al zo lang op wacht.
In gedachte bewandel ik het pad,
totdat ik je aanwezigheid vergat.
Het voelde zo angstaanjagend,
jij mij in jou handen dragend.
Binnen is het kil en koud,
maar je ziet alleen het goud.
Terug naar het woud,
waar het me benauwd.
Van een dwerg weer een reus,
je laat me geen keus.
Woede en angst overvallen mij,
terwijl ik ren door die vallei.
Het heiligdom op de berg,
maakt van de reus een dwerg.
Voel je de macht,
me nieuwe kracht.
Wat een pracht,
die naar je lacht.
Speel de laatste troeven uit,
ga er vandoor met de buit.
Het heiligdom in de winter,
zo wit als de sneeuw.
Daar ginter,
er is gewoon zo veel.
Vind het heiligdom en leef!