Stand-Beeld
Het standbeeld.
Het staat,
te Zijn.
Vastgehouden,
bij gratie van geloof.
Haar historie koesterend,
neerkijkend op het heden,
de toekomst,
beperkt tot haar plein.
De stilte van betekenis
doet haar werk.
Geruisloos,
wordt zij aanbeden.
Alleen het waaien
van interpretatie
verraad haar lokatie
en lijkt op een Nu,
een maakbaar heden.
Haar vlees,
versteend
of gegoten.
Ook zij Is.
Afhankelijk,
van haar sokkel,
haar voetstuk,
haar gravure,
en als afgod, vastbesloten.