Boos,teleurgesteld,verdrietig,
vraag jij je af waarom.
Het is om iets heel stoms,
eigenlijk gewoon heel dom.
Volgend jaar kom ik je niet meer tegen,
eigenlijk bijna nooit meer.
Enkel misschien eens in het weekend,
doet dit bij jou geen zeer?
Blij kom je de zaal uit lopen,
ik trek nog een stralende lach.
En dan zeg jij je ouwe school,
voor altijd en voorgoed gedag.
Hoe zal het verder gaan,
als ik je niet meer zie.
Wie zal mij verder troosten,
als ik weer val op mijn knie.
Jij zal er niet meer iedere dag staan,
voor mij is dat zo erg wennen.
Ik ben er zelfs verdrietig om,
maar ik durf het niet te bekennen.
Tranen lopen over mijn wangen,
ik voel me zo radeloos.
Ik zal je zo vaak moeten missen,
en nu na dit gedicht, voel ik me zo'n doos.