Zoemzoem
Zwart geel gestreept en gevleugeld
komt ze tevoorschijn uit de korf
Nog wat vermoeid van het harde werk
strekt ze zich en vliegt uit
Trots en eigenzinnig, met haar angeltje op scherp,
zweeft zij intelligent haar rondjes
Op intuïtie en met haar voelsprietjes
kiest zij haar levensdoel
Ze gaat op bezoek bij elk bloeiend bloemetje
groot en klein, lelijk
en uitzinnig mannelijk mooi
De uiterlijke schoonheid kan haar niet bekoren
Volgezogen met nectar
en haar pootjes bedekt met stuifmeel
keert ze terug naar haar veilige en knusse honingraatje
om daar zoemend, en bezig als ze is
hard te werken voor moeder de koningin.
Dan valt ze in slaap
om van haar zoetelief te dromen.