Aan de andere kant van ‘t gezichtsvermogen
Mijn ogen keren zich om,
En richten zich op de wereld
Aan de andere kant
van ‘t gezichtsvermogen
Ik kijk en kijk,
En vind eindelijk wat ik zoek
Daar verborgen,
Daar in de verste hoek.
Achter mijn jeugd,
Dat is omhuld door genegenheid .
Links van mijn kennis,
Door het spoor van verderf geleid.
Stap ik over de brokstukken,
En de kleine stukjes geschiedenis.
Wegduikend voor de langs schietende gedachten
Hoop ik dat ik me vergis.
Ik zie onze herinneringen,
Waarvan geen meer intact.
Ik zie onze jaren,
Door ontbrekende maanden in elkaar gezakt.
Ik raap de stukken bij elkaar,
Loop dezelfde route terug die ik voorheen had genomen
En voor mijn jeugd en kennis,
Zet ik neer waar voor ik was gekomen.