Werk’lijkheid wordt een waas,
in de ogen van gevoel
Mist trekt op van binnenuit,
met maar één doel
Mijn gevoelens ben ik niet de baas
Ze laten mij een weg inslaan
en zonder mededinging in het besluit
laat ik mij het diepe ingaan.
Alles duister
Alles stil
Tijd kent hier geen tijd
Dan, als een lichtflits,
diep in mijn ziel,
als helium in water,
stijg ik sneller dan ik viel
het geluk sluit als een rits,
omarmt me als een goede vriend
Ik denk niet meer aan later;
dit heb ik verdient.
Maar ook als ik nu luister,
is het geen eigen wil,
dus ook geluk betekend strijd.