De man loopt verder
De strijder eveneens
Hij kijkt om en de man loopt als een herder,
die uitkijkt naar iets ongemeens
De strjider loopt mee
Hij vertelt zijn naam
Zamnohrach luidt het en de wind splijt in twee
de man lacht en vertelt niets met blaam
De man vertelt dus ook zijn naam
Langs een doornstruik loopt men
Guthaniks, zegt hij een plukt een braam
De doornen gaan weg en verder op staat een den
Ze lopen erheen en zien tot hun spijt
Een teken in de muur
De boom die pijn leid
Guthaniks ogen staan met vuur
Zamnohrach met al zijn macht
Vroeg waar het door kwam
Guthaniks zei toen zacht
Soradomahn wilde mijn huis in vuur en vlam
Samen volgde zij een spoor
Een spoor van as
Ze liepen stug door
over merkwaardig gras...
(volgnde keer het vervolg
Het licht die de Schaduw verzwolg)