De lepel buigt zich in mijn mond
Gekromd zoekt hij zijn weg
Metaalhard is zijn eigenschap
Zijn voedsel weiger ik niet
Zoetheid is echter ver te zoeken
De lepel verhardt mijn gevoeligheid
Als zure siroop verbrandt zijn inhoud mijn gedachten
Pijn is de verwarrende gewaarwording
Deze lepel is een fabrieksfout
Daar hij zijn functie niet vervult
Lepels horen honing te voeren
Naar oorden waar het hart hunkert
Een ware versmelting van liefde en waarheid
Verzachting van zeden verbrengen mijn tederheid
Tot een helse beproeving van leven
Een lepel verraadt je bestaan zoals een mes het vlees versnijdt
Stukken vlees worden besnoeid
Tot ingewanden verroepen dat het zo niet kan
Dit is de lepel uit mijn kindertijd, die de siroop maar niet schenken kan
Want de hoestbui is te groot