Ik ben bang voor morgen,
wat gaat die dag me bezorgen.
Ik moet naar therapie gaan,
maar wil daar niet staan.
Ik moet dan gaan praten,
maar wil niet me tranen laten.
Ik schaam me zo man,
ik weet dat ik het kan.
Dat ik moet door zetten,
en me de zin naar moet verzetten.
Maar iets houd me tegen steeds weer,
en zeg als snel ik ga niet meer.
Ik weet wel ik gooi die gedichten wel voor haar neer,
kan ze dat lezen keer op keer.
Dan hoef ik niet te praten,
maar heb dan wel me gevoelens daar gelaten.
Weetje ik weet het wel,
ik wil met alles te snel.
Maar dat is ook weer niet goed,
want dan gaat het goed en doe ik veel en dat heb ik het niet meer de moed.
En ik weet ik ben niet alleen,
als ik het niet even zie slaan jullie een arm om me heen.
Ik voel me gewoon zo machteloos nu,
en die angst alleen al contenu.
En dat houd me tegen steeds weer,
en het verdriet keer op keer.
Die tranen die maar blijven komen,
kan ik nog wel van geluk dromen.