Met de taalstroom pejoratief onder de beul
In die inrichting van het neervallende blok
Als zocht het gegoten ijzer aldaar zijn heul
Bij ener vonnis waarvan het niet eens meer schrok
Woorden wreed platgedrukt als dit van paardenkop
Waar het mishandelt paard niet denkt aan zijn hoofd
Trots men het leidsel gebruikt als een teugelstrop
Dat hem zo brutaal van al zijn schoonheid beroofd
Minachtend en zonder talent, zonder begrip
Staat de echte beul niet meer al op het schavot
Ook de kapitein verlaat nu het zinkend schip
Waarom dan geen woordjes uit de glazen jampot
Een woordjes plakkend zoet, dat onze lippen kwetst
Is doodstraf, uitgevoerd zonder een folteraar
Maar er wordt juridisch veel heen en weer gekletst
Dat ik niet weet, welk woord brengt mij niet in gevaar