Zoals elke dag loopt hij ná zijn werk
Met droefheid in zijn ogen nog even richting de kerk
De doordringende geur van wierook komt hem tegemoet
Wanneer hij de zware kerkdeur open doet
Stilletjes loopt hij over het middenpad naar voren
Op de koude stenen kerkvloer zijn z'n voetstappen duidelijk te horen
Als hij bijna bij het altaar is houdt hij even stil
Slaat een kruis en hoopt dat God hem ook vandaag weer horen wil
Dan neemt hij zijn pet af en houdt hem in zijn handen
En loopt naar een hoekje van de kerk om daar een kaarsje voor zijn zoon te branden
Daarna neemt hij plaats tussen de kerkbanken en knielt zachtjes neer
En begint zijn dagelijks gebed tot de Heer
O lieve Heer, ik bid tot u elke dag
Dat u mijn zoon weer terugbrengen mag
Sinds hij zes jaar geleden zomaar opeens verdween
Zijn mijn vrouw en ik zo ongelukkig en vreselijk alleen
Maar halverwege zijn gebed werd hij plots gestoord
God leek zijn gebeden te hebben verhoord
Want plots voelde hij een hand op zijn schouder en er klonk een stem
Vader, het spijt me....en de man keek achter hem
Daar stond zijn zoon, een gebed was niet meer nodig
De tranen sprongen in zijn ogen en woorden waren overbodig