En toen dekte de eeuwige herinnering mij weer onder
In zijn warme lakens van troost
Kuste me nog slaapzacht
En doofde het licht.
Ik probeerde nog net zijn hand te grijpen
Nog even de herinnering vast te houden
Want ik wist dat hij ging gaan
Ik wist dat hij nooit meer terug zou komen
Ik heb het afscheid gemist,
Ik wou niet geloven…
Ik vergat met de dag de woorden
Maar droomde ze er gewoon weer bij.
Achteraf nooit meer aan gedacht
dat ik mezelf had belogen.
Dagen gingen voorbij
Weken, maanden
Jaren.
Het verdriet is gesleten
En de duizenden tranen hebben
de bloedhete haat geblust.
Maar toch is er nog een stukje jij
in mijn hart gebleven.
omhult in mijn enige rust.