Denk je ook niet, Annemie,
Dat heel dat rechts-extreem gedoe
Te wijten is aan diepe gronden
Met wortels in het calvinisme,
Dat de predestinatie predikte
Zodat succes in deze wereld
En kapitaalsaccumulatie
Een vermoeden gaven op het eeuwig leven ?
Laten we toch zacht zijn voor elkaar !
We spreken af : we schenken elkaar de kracht
Die nodig zal zijn voor de titanenstrijd,
Elkaars menselijkheid bewonderen.
Denk je ook niet, Annemie,
Dat het naakte, wilde kapitalisme,
Van vroeger, maar ook van nu
Uiteind’lijk terug te brengen is
Tot diepe religieuze gronden ?
Dat het zeker zijn oorsprong vindt
In de angstige onzekerheid
Die ‘t mensenleven kenmerkt ?
Laten we toch zacht zijn voor elkaar !
We spreken af : we schenken elkaar de kracht
Die nodig zal zijn voor de titanenstrijd,
Elkaars menselijkheid bewonderen.
Denk je ook niet, Annemie,
Dat de meest wreedaardige uitwas
Van het naakte kapitalisme
Het wrede kolonialisme is ?
Dat we daar het racisme leren
Dat vandaag zijn toepassing vindt
Op die sukkelaars van illegalen
Die verdrietig hun land verlieten ?
Laten we toch zacht zijn voor elkaar !
We spreken af : we schenken elkaar de kracht
Die nodig zal zijn voor de titanenstrijd,
Elkaars menselijkheid bewonderen.
En denk je ook niet, Annemie,
Dat de ellende religieus begon
En religieus zal eindigen ?
De demon tegen de heiligheid
Dat leven heet en waaraan we allen
Een intense vreugde beleven.
Laten we ‘t kort en krachtig doen
En kiezen voor het leven !
Laten we toch zacht zijn voor elkaar !
We spreken af : we schenken elkaar de kracht
Die nodig zal zijn voor de titanenstrijd,
Elkaars menselijkheid bewonderen.