Ze loopt door de straten,
eenzaam en alleen
Ze voelt zich verlaten,
iedereen kijkt, dwars door haar heen.
Niemand let op haar,
iedereen laat haar gaan
en nu staat ze daar
Ze laten haar in de regen staan.
Niemand die om haar geeft
dat is wat ze denkt
Daar staat ze nu, ze beeft
omdat niemand haar wat liefde schenkt.
Het liefst wil ze dood,
niemand die haar aardig vind
Haar voeten voelen als lood,
ze is een levenloos kind
Van buiten een lach
van binnen een traan
Niemand die dat zag
ze lieten haar maar gaan
Nu is ze dood, weg, verdwenen
en niemand, niemand, die ooit om haar zal wenen...