Doodse stilte, zelfs de wind fluistert
alleen het kiezelsteen knarst onder lede voeten
half bewogen en een beetje half beschaamd
overweeg ik waarom het altijd zo moet gaan…
Grauwe stenen prijken opstekend
verdorde rozen bijna gemummificeerd
de waggelgang naar de eeuwige stilte
geven ogen diepgang in passage…
Zoveel getallen en jaren verstreken
ontelbare namen vervaagd of verguld
verbleekte foto’s van iets of wat er over is
daaronder zeker niets, vergaande jaren…
De stilstand, een laatste strooihand
bloemblaadjes dwarrelen in het oneindig diep
snotterende neuzen, wat geknepen beklag
even kijk ik om naar het begin van het eind…