Je zag me en deed normaal.
In het begin tenminste.
Later de gesprekken.
Liepen uit tot en ruzie.
Je schelde me uit.
Voor van alles en nog wat.
Van hoer en slet.
Tot dingen die te erg waren.
De woorden die gewoon te erg zijn.
Mensen sterven eraan.
En jij.
Jij hebt het lef om dat te gebruiken.
Zoiets erg als een scheldwoord.
In het begin.
was het soort liefde.
Soort houden van je.
Maar daar is nu verandering in.
haat is voor liefde gekomen.
Houden van is woede geworden.
jij, met je grote mond.
Je bent niks mee dan een schaap.
Een zwart schaap dat wel.
Een minpunt van alles.
Dit is zodat je begrijpt.
Wat een ander denkt en voelt.
Je bent elk weekend kats bezopen.
Nou zo'n jongen hoef ik niet.
Je bent niet te vertrouwen.
Ook al ben je nog zo knap.