Over de toekomst
kan je blijven dromen,
niemand kan voorspellen
wat er nog zal komen.
Dagen van pijn en verdriet,
van vreugde en een lach,
dagen vol liefde,
daar moet je voor vechten elke dag.
Gelukkig zijn er vrienden
die je weer hoop geven,
vrienden doen je weer verlangen
naar het leven.
Die vrienden nemen je
zoals je bent,
een gevoel dat je vroeger
niet hebt gekend.
Maar het alleen leven,
dat er niemand voor je is,
dat blijft in mijn leven
toch een groot gemis.
Ik weet het wel,
ik heb niet veel te geven,
alleen mijn liefde,
voor de rest van mijn leven.
Diep in je hart hoop je
toch de ware te vinden,
al blijft er die angst
om je aan een ander te binden.
De angst om te kwetsen,
de angst om te falen,
de angst om gekwetst te worden,
het weer niet te halen.
Maar als je blijft
voor de liefde openstaan,
dan bied het leven
je weer een toekomst aan.
Een toekomst vol
rozengeur en maneschijn,
dat maakt het leven
juist boeiend en fijn.