bergen zoethoudertjes
hielden haar tegen bij de vloedlijn
waar de nacht slapend zn intrede deed
vechtend tegen harde zinnen en woorden
haar ziel doorboorden
het cynisme van de dag
een onsje meer als het mag
of zo hypocriet ik meen het echt
ja en zo oprecht
haar oren dicht
als de maan zich tegen haar richt
is ze doof en blind
dan maar niet meer volwassen maar gewoon weer kind