Een droom, wat heerlijk ik kan weer lopen,
ik fiets en ga naar de stad.
Een droom, ik ga heel veel kopen,
en op de markt eet ik patat.
Een droom, geen zorgen en geen pijn,
wat heerlijk, ik kan weer alles aan.
Een droom, kon het maar altijd zo zijn,
gewoon overal naar toe kunnen gaan.
Een droom, ik voel het zand aan mijn voeten,
de zon schijnt in mijn gezicht.
Een droom, zo zou het altijd moeten,
ineens is daar het licht.
Een droom, kon ik maar altijd blijven dromen,
dan kon ik lopen en staan.
Een droom, die nooit meer uit zal komen,
ik word wakker met in mijn oog een traan.
Dan een stem, die vraagt "lekker geslapen vannacht?"
mijn droom is over, de ziekte heeft mij weer in zijn macht.