Soms zeg ik dingen,
Die ik eigenlijk niet meen.
Maar op jullie komt het over,
Als bot, hard en gemeen.
De laatste tijd gebeurd dat vaker,
Er komt van alles uit mijn mond.
Ik heb mezelf niet meer in de hand,
Sorry als het zo boos overkomt.
Maar mensen denken dat ik vrolijk ben,
Terwijl ik het liefste zou huilen.
Wegrennen van mijn problemen,
En in een hoekje gaan schuilen.
Maar dat zal nooit gaan,
Want ik heb vrienden om me heen.
Ze helpen me met mijn problemen,
Nee ze laten me echt niet alleen.
Maar soms voelt dat wel zo,
Dan voel ik me buitengesloten.
Maar er zijn ook weer dagen,
Waar we allemaal van genoten.
Waarom is nou alles anders,
Net zo anders als ik ben.
Ik kan er niks aan doen,
Dat ik het liefst voor mijn problemen wegren.
Er zijn er eenmaal zo veel,
Dus ik kan wel blijven rennen.
Maar eigenlijk moet ik stilstaan,
En aan mijn problemen wennen.
Depri, Blij, verdrietig,
Ik kan het allemaal zijn.
Maar ookal zie je me lachen,
Van binnen doet alles pijn.
De pijn om te lachen,
Achtervolgd me iedere dag.
Pijn schuilt in ieder hoekje,
Maar het meeste achter mijn lach.