Ik geef het niet toe.
Maar pijn voel ik mijn hart.
Zo langzamerhand voel ik me toch moe.
Ik voel een groot zwart gat.
Een deel van mij dat ik toch mis.
Geen troostend schouder.die er altijd voor me klaar stond.
Een deel van mij dat wel bestaat,maar er niet meer is.
Geen opluchting,maar een grote wond.
Huilend barst ik uit.
Omdat ik telkens weer op problemen stuit.
Opluchting voel ik nog steeds niet.
Omdat niemand het ziet.
Snikkend wil ik vertellen wat er is.
Ik voel gewoon gemis.
Toch voel ik een troostende hand.
Die mijn hart stiekem toch verpand.