Op het terras
Blauwe ogen, ik had ze niet verwacht
ze lieten mij achter, aangedaan
ik brabbelde wat foute complimenten
het deed er niet toe
ik was allang gestorven
Ze bleef staan, vrienden waarschijnlijk
dronken een pilsje op het terras
zij lachte en sprak ronduit
de zon scheen zo mooi
in haar rug
Ik besloot het op een zuipen te zetten
en schoot het bier als kogels in mijn strot
daar stond zij, nog steeds
en in haar ogen, de hemel
en al wat wonder was
Daar het afscheid, daar de hand
nu zal de stad over haar waken
ze verdween in de mensen
en enkel mijn blik die haar volgde
het was het laatste dat ik van haar zag
F.