Om een padvinder te zijn,
ja dat vond ik zo fijn.
Ik heb daar het een hele mooi tijd gehad,
maar ik was het op een gegeven moment helemaal zat.
Ik ging er van af,
nu vind ik me zelf er laf.
Ik heb er best spijt van hoor,
maar toen wou ik niet meer verder door.
Ik wou gaan werken toen,
en daarom ben ik gestopt toen.
Ik wou ook meer met vriendinnen wat gaan doen,
tewrijl ik daar ook hele vriendinnen had toen.
Maarja ik moest en zal er van af gaan,
terwijl ik het altijd leuk vond om in de natuur te staan.
Me zusjes hebben er ook allemaal opgezeten,
me zus heeft het langste daar gezeten.
Ze is ook leiding geweest daar,
en ja zei stond ook altijd voor iedereen klaar.
Maar nu zijn we er allemaal van af gegaan,
en zijn we allemaal met andere dingen verder gegaan.
Mensen denken dat om pad vinder te zijn,
dat dat iets is wat echt niet leuk is en fijn.
Ze zeiden vaak he padflikker tegen ons dan.
we dachten vaak ze zijn jaloers want wat wij kunnen dat is wat hij of zei weer niet kan.
Dus we lieten ze maar lekker lullen hoor,
en wij gingen dan weer vrolijk door.
Het was zo fijn buiten,
en ja als je wakker werd in je tentje hoorde je de vogels fluiten.
En de heerlijke buiten geur,
en alles had zomers ook een mooie kleur.
Dus mensen padvinder zijn,
dat is echt iets heel fijn.
Het is voor zo fijn ik was toen nog jong en klein,
maar ook voor grote mensen is dat iets leuks en fijn.
Vooral als je een buiten mens bent,
want dan heb je plezier zoals je de natuur kent.
Dus padvinder zijn is niet saai,
het voelt gewoon heel fraai.