Dat fijne gedreun,
de boxen kunnen het niet meer aan,
maar mijn pijnlijke hoofd vind t fijn,
deze pijntrillen,
die de tranen van glas
creeƫren,
alsof t echt zo moet,
moet zijn,
zal zijn.
en koud is het,
ijskoud,
de zon straalt,
ijzige kou,
alsof de lente winter is,
of moet zijn,
het is zo,
niet anders,
want deze kou,
maakt deze muziek,
bonken,
trillen,
schreeuwen,
in mijn hoofd,
en de boxen,
de boxen kunnen het haast niet aan,
maar deze volume,
doet mijn hoofd goed,
terwijl alles een warboel is,
alle zorgen dreunen ff weg,
spoelt alle pijn weg,
zorgt dat dit gevoel ff afkoelt,
want ik heb t koud,
ben koud,
vanbinnen en buiten,
maar nu,
nu dreunt nog even de muziek,
een paar minuten door,
en de klanken,
zijn geen klanken,
slecht kreten,
die mensen mijn hoofd,
laten geloven,
dat ze zich voelen zoals ik,
even is het fijn,
dat
deze pijn word weggespoelt,
door deze dreunende muziek,
die ik nooit eerder mooi vond,
heerlijk nu,
want jou macht en kracht,
die je over mij bezit,
die je over mij hebt,
word even overgenomen door de muziek,
die doorgalmt
in dit dreumende tijdstip,
geeen fuck kan me schelen,
het boeit me niks,
even is alles niks
voor mij.
maar dit is voor even,
straks is het weer anders,
dan is het weer,
zoals het toestraks was,
maar iniedergeval,
is dat ijzige gevoel weg,
iets minder,
een beetje meegenomen,
door de dreunende muziek,
in mijn hoofd,
in deze kamer,
vanuit de boxen,
die bijna ontploffen.