De gedachte
De gedachte,
Dat het zo voorbij kan zijn.
De gedachte,
Dat je zomaar ineens weg bent.
De gedachte,
Dat je straks in een kist ligt.
Die gedachte,
wil ik kwijt.
Ik wil er niet meer over denken.
Niet denken aan die erge dingen.
Wou dat het voorbij was.
Alleen denken aan de dingen die er nog komen gaat.
Niet denken aan de dingen,
Dat je straks dood bent.
Gelukkig heb ik die gedachte niet meer,
Ik heb nu belangrijkere dingen aan mijn hoofd.
Wil niet denken aan het idee.
*dat het zomaar ineens voorbij kan zijn*