~05-04-06~
Zacht en regelmatig
Tikt je zwarte Parker pen
Op het gepolijste graniet
Van de ronde tafel in de hal
Ofschoon je tegenover me zit
Zie ik je niet, en jij
Ziet slechts het getik
In de klankkast om ons heen
De echo, over en weer
Het geluid versterkt, maar
Behoudt zijn regelmaat
Regen valt niet sneller, dan ’t valt
Ik word gek van de stilte
De hal die zich verplaatst in mij
En elke tik een messteek
In de klankkast van mijn ziel
Ik wil het zo graag stoppen
Met woorden, of mijn hand
Maar de kracht ontbreekt me en –
Ik ben alleen maar stil
Probeer mijn ogen op te slaan
Maar de strijd is al verloren
Want ik weet, jouw ogen spuwen vuur
En mijn klankkast, is van krukdroog hout
Lidewij