Alleen in een hoekje,
Kijk je bang om je heen.
Zoekend naar mensen,
Mensen die je begrijpen.
Opeens zie je een eenzaam groepje,
Je gaat daar maar bijstaan.
Na een tijdje heb je nieuwe vriendjes gemaakt,
Nieuwe vriendjes die zich voelen als jij.
Je doet stoer en arrogant,
Om je eenzaamheid te verbergen.
Je zoekt iemand ie van je houdt.
Iemand vond je,
Deze leek alleen teveel op jou.
Je kon het niet aan,
Je ware aard kwam boven.
Verlaten en alleen,
Zo voelde hij zich.
Jij deed stoer,
Maar vond je dat ook echt zo?
Want stiekem,
Stiekem zag jij jezelf,
Jezelf in die eenzame jongen.