verloren in de vloedgolven van mijn emoties
raak ik de draad kwijt, die mij toekomst geven zou
en de meeuwen krijsen schel hun triomf over mij
als ik mij toe vertrouw aan het verlies
zij wisten al tijden beter, meer dan ik
schreeuwden dat ik met de tijd slechts haten zou
en het kan mij niet eens meer spijten
als zij gelijk zouden krijgen
-want ik word nu slecht gek
van de herinneringen aan alles dat ik verloor,
de haat die ik op niemand richten kan dan mij-
en met een afscheidsschijnen van de zon
bedacht ik mij dat ik toch nooit gedacht had
een gelukkige toekomst te zullen hebben.