Het huis kraakt in z’n voegen,
laat de grondvesten trillen.
Niet lang geleden was het nog een gezellige thuis.
De gezelligheid is er verdwenen,
de ramen staren als verglaasde ogen voor zich uit.
Ze turen hun eind tegemoet.
Wat eens onsterfelijk leek te zijn,
is nu hopeloos verloren.
Onsterfelijkheid is nooit genoeg,
als we de eeuwigheid bedoelen.