De zee
____
Ik loop over de branding,
op zoek naar geluk,
het is een koude lentemiddag,
maar het strand schijnt redelijk druk.
Ik kijk over de zee,
met mijn haren in de wind,
ze neemt mijn zorgen met zich mee,
enigzinds rust ik mijn hoofd.
De zon schenkt mij lichte stralen,
mijn hoofd word weer wat donker,
Ik wil niets liever dan dwalen,
in het rijk d'r geesten.
_______