Een vlinder op het raam, zo puur.
Ik wou dat ik met hem kon ruilen.
Hij weet van leven, voor zolang het duurt.
En maakt zich niet druk om wat er daarna komt.
Als ik een vlinder was, vloog ik achter je aan.
Ik wou dat jij ook nooit gegaan was.
Ik heb je niet lang gekend, maar toch wel.
Van je gehouden toen nog bij ons was.
Al liet ik het nooit merken, ik heb aan je gedacht.
Als ik na mijn werk weer thuiskwam.
Ik heb met je afgelachen, ook jij was speciaal.
En je hebt een heel mooi en lang leven gehad.
Ik ben dan zelf geen vlinder, maar ‘k stuur hem naar je toe.
En vergeet nooit deze boodschap, ik heb van je gehouden.
En ik heb om je gegeven, hoewel jij alleen mijn werk was.
We hebben van je genoten, ben gezegd jou te mogen kennen.
Je hebt ons veblijd met jouw aanwezigheid.
Zelfs een stoere traan gelaten, toen jij werd begraven.
We zullen je missen, ons lieve vlinder op de afdeling.
Rust in vrede. + 18-03-06 +