** Ik wil niet meer beter worden**
Ik wil niet meer beter worden of het nog anders maken…
Ik ben de strijd mezelf meer dan moe..
De strijd die anorexia heet…
Ik weet dat mensen denken dit is een teken om ‘aandacht’ vragen…
Maar ze moesten het eens weten…
Ik kan er gewoon niet meer tegen..
Voedsel ik kan het woord gewoon niet meer horen..
Zie de calorieën springen zodra ik iets tot me neem
Voel me meteen monsterdik..
En het gevoel overheerst, ja ik heb 2 stemmen in me hoofd
De een zegt neem het tot je je hebt het verdiend de ander zegt ga maar liever dood…
Ik heb vaak gevochten tegen in de kwade stem in mij
Maar ik kan het gewoon niet meer..
En heb besloten het gewoon zo te laten…
En dus ook niet meer te klagen…
Alle hulp al afgeslagen…
Ik kan en wil gewoon niet meer…
De strijd maakte me moe, verscheurd me werkelijk in 2..
Nu ik dit besluit heb genomen, hoop ik snel aan God te worden geven…
Daarvoor is waar ik het eigenlijk voor deed…
Want ik kan mijn plekje hier niet vinden op aard…
Want ik ben nikswaard…
Uithongeren was een soort van straf die ik mezelf gaf..
Nooit gingen de dingen zo als ik dat zou willen..
Nee altijd ging het weer ergens goed mis..
Mijn lichaam doet toch ook wat het zelf wilt…
Ik heb mezelf opgesloten een levenslange straf opgelegd.,
In de hoop dat ik me op deze manier kan bevrijden van mijn lelijke menselijke aard…
Ik weet het is zwak…
En mensen kunnen me niet echt begrijpen..
Dat doet me vaak verdriet, maar nu hoeft dat ook niet meer…
Het is voor mij echter uitzichtloos verklaard…
Ouders heb ik wel om me heen, maar ze doen of ze me niet horen..
Nee van hen heb ik te stempel je bent je hele leven lang al gestoord..
Maargoed het is zo als het is me wil en motivatie echter verloren..
Dus nu accepteer ik dat het gewoon niet meer wil…
Dus ik leg bij deze mijn eigen strijd neer…
En hoop dat ik snel aan God word geschonken…
Dat ik in de hemel mezelf kan zijn
Kan leven zoals ik dat zelf wil
Een parel in Gods zijn hand daar is waar ik naar streef…
Tot die dag zal ik leven met een oogdicht en lopen op een been, ik weet eens komt mijn dag dat ik ‘vliegen’ mag…
En dat hou ik dan maar ook voor ogen… dat een ding in mijn leven wél vaststaat… en dat is de dood…