Een plekje voor mezelf..
Daar lig ik dan, telkens weer,
In het donker in mijn bed, helemaal verkrampt,
In kan er zal er nooit aan wennen,
Ik doe mijn ogen dicht, mijn lichaam is verlamd.
Stemmen hoor ik in de verte,
Harde geluiden van boosheid en verdriet,
Ik hoor niet wat er gezegd wordt of waar het over gaat,
Maar een keer rust, of ophouden, dat gebeurd niet.
Alle dingen komen naar boven in mijn gedachten,
Ik weet alles nog, alles van vroeger, het verleden,
Waarschijnlijk blijft het altijd hetzelfde,
Maar s’nachts droom ik dat het anders wordt in het heden.
Eindelijk in slaap gevallen, ik weet niet hoe laat,
In elkaar gekropen en met de tranen op mijn gezicht,
S’morgens voel ik me alsof ik de hele nacht niet heb geslapen,
Met hoofdpijn en pijnlijke ogen, wordt ik wakker, het is al licht.
Opnieuw een dag doorkomen,
Zal ik het weer redden deze dag,
Met frisse moed ga ik toch weer naar school,
Niemand die het aan mij merkt, op mijn gezicht staat een lach.
Sterk zijn, dat heb ik wel geleerd,
Een muurtje om mij heen, wat niemand ziet,
Voor mijn gezicht draag ik een masker,
Niemand zal het merken, dat mijn ogen overstromen van verdriet.
Een eigen plekje voor mezelf,
Zodat ik voor mezelf en mijn eigen toekomst kan zorgen,
Dat is alles wat ik altijd al wil hebben,
Maar dat blijft een droom, voor jaren, maanden of misschien wel morgen.