Ik zie je niet meer in Rome
misschien wel in Parijs
en bedenk het is geen droom
wanneer ik bij je zit
We spraken over de Gaulle
wandelden langs de Seine
draaiden rondjes met de vingers
en wisten wat we zouden zeggen
Op de burg legden we onze handen
waarvan staal gekruld was
af en aan voerden de schepen
om de vracht huiswaarts te brengen
Je oogopslag was vertederend
toen stof van de jas werd geplukt
eventjes slenter ik door de steegjes
op zoek naar wat er werd gemist
Jouw liefde die verloren raakten
toen regen de stenen schoonspoelden