een ochtend zag er eens heel mooi uit
ik werd wakker en deed wat ik altijd deed
ik luister naar het tsjirpende geluid
dat bewees dat ik niet leed
wij zagen over het klein beetje pijn dat we voelen
al gaat het maar om een schrammetje op het werk
we weten niet eens wat we bedoelen
weet je wat ik merk
dat wij allen zelfs de niet welvarenden in ons allen landen
niet eens opmerken wat er aan de andere kant gebeurd
terwijl een meisje over een gebroken nagel zeurt
zit een jongen te snuiven in een of andere lege panden
ik nam de krant om eens op het gemak te lezen
met mijn mp3 in mijn oren
dat de oorlogen oprezen
dat mensen kogels door elkaar boren
tot ik bij een fotootje van een kleine jongen kwam
ik zag dat hij helemaal doorboord was door kogels
hij werd aangevallen op een gevallen dam
er werd geschoten
weg waren de vreedzame vogels
mensen die kopen loten
in de hoop dat ze een ander rijk kunnen maken
ik sterf langzaam
mensen die elkaars geburen kraken
mensen zoeken om faam
in plaats van geholpen willen worden
toen ik dit zag weende ik
eten in vuile borden
wij krijgen dan een tik
die mensen blijven een lachend gezicht tonen
zodat wij ons voelen zoals ik
god of wie dan ook zal ons lonen
als wij iets terugdoen
niet voor ons gerustheid
al is het een zoen
doe het voor het bestaan van de menselijkheid