Van sneeuw word ik altijd een dromer
Dan zweven mijn gedachten ver voor mij uit
Dan wil ik de witte weilanden vangen
In woorden, in zinnen
Mijn dromen vooruit
Van sneeuw word ik altijd een dromer
Bedekt door de vlokken lijkt de wereld zo schoon
Zo onbedorven en kwetsbaar
Zo licht en zo teerbaar
Dan zweef ik en weet ik;
het is al slechts een droom