Tijd
Ik moet naar je kijken
als een vreemde nu
Maar herinner je wel?
Dat deel van ons leven
Ik herinner nog,
als een kaars die nooit zal doven,
dat emoties sneden als een mes
Waar onze paden ook heengaan,
de liefde zal je niet kunnen uitwissen
uit mijn hart en mijn geest
Mijn hele leven.
Nee, de tijd is geen overwinnaar
Ben je nu op een plaats
waar je altijd al had willen zijn?
Heb je gevoelens, herinneringen
opgeofferd op de weg ernaartoe?
Hoeveel littekens zijn er achtergebleven
op het gelaat van je leven?
Heb je gewacht op de liefde,
of er als een bezetene van weggerend?
En mijn grote liefde,
als ik vragen mag,
Is de tijd een vriend van je geworden?