Meer
dan de morgen
dat in het kabbelen
steeds verschijnt,
van waters,
zich strekkend
tot je ogen
en golven
deinend
door je haar
naar de bodem
van je lippen
en in het lijnen
van je handen.
Meer
dan het kussen
langs je lichaam
en het strijken
langs je ziel
tot je zichtbaar
voor me opent,
en het bloemen
in je geurt.