Een liefde, zo mooi, zo puur
Een liefde zo vreemd begonnen
Ik gaf me heel snel gewonnen
Een poel drijfzand
Een liefde waar je je vingers aan brand
Altijd weer willen geloven
Maar de liefde komt niet boven
Bang om naar huis te gaan
Wat zal je nu weer te wachten staan
Diskussies om alles en om niets
Soms om maar een heel klein iets
Niet meer wetend waar het ooit begonnen is
Weet alleen dat ik je armen mis
Fouten maken we beiden
Maar daarom verlaat ik niet je zijde
Emoties, die je van hot naar her brengen
Een liefde ook die alles laat verzengen
Tranen, een poel van verdriet
Maar jij, die wilt het niet zien
Nu niet, misschien wel nooit niet
Maar zo heel soms
Als het licht door de gordijnen heen schijnt
Dan kijk ik naar je gezicht
Wat dan zo lief lijkt bij het zachte zonlicht
Je ogen, rustig ontspannen
Je zachte wimpers
Je mond om te zoenen
Maar als je wakker wordt dan ben je weer onverbiddelijk
En dan weet ik het ook weer onmiddellijk