Stil ben ik
na het praten
waarin zoveel is gezegd
onbesproken en gesproken woorden
die raken , kwetsen
en wonden slaan in de zwakste plek in het zijn
doorklieft het lijf met messcherpe steken
en weet het bloeden niet te stelpen
Stil ben ik
na jouw blik
je lijkt zo onbewogen, onbereikbaar ver,
maar toch ook weer zo aanwezig ,
je hoofd zo vol gedachten
hoop en wanhoop kruisen elkaar
ook angst lijkt niet onbewogen
verdriet een levensdeel ,
ondragelijke pijn dat niet verzacht
en mijn blik verslagen beschamend neergeslagen
Stil ben ik
als onze vriendschap ,
sporen achter laat van onbegrip en vernijn
verstrikt raakt in het web van onbegrepen gevoelens
een pad met vele kronkels waar we struikelen
breekbaar kwetsbaar stampvoetend verder gaan
en fier met opgeheven hoofd
dit alles toch overleefd !
Von