Rammelaar
Het ormt monen in de banen
dik bloed klopt in de ballen
zwellend van zich vormend zaad
rammelaar in Gods hand
Elke man een haas, een konijn
welke vrouw wil niet bij hem zijn
terwijl hij zijn gevechten voert
zijn tegenstanders besproeit
Iedere mens een tomeloze held
in het aangezicht van Magere Hein
spuugt hem in het gezicht
zo lang het leven duurt