Als God mij roept,
neem ik mijn hamer op.
Ik zwoeg en zweet
en, schijnbaar zwak, weet ik van wanten.
Ik werk door hem voor hem en
merk aan alle kanten
de resultaten van de slagen
die ik met mijn hamer klop.
Als God mij roept,
leg ik mijn hamer neer.
Ik stok en sterf.
Maar schijnbaar stijf,
vaar ik naar vader.
Ik kom bij hem door hem
en voeg mij bij het kader
als resultaat van harde slagen,
eens
verdragen door mijn heer.
Auteur: Huub Hoek | ||
Gecontroleerd door: Anastacia | ||
Gepubliceerd op: 16 januari 2006 | ||
Thema's: |