( Ode aan Katwijk)
Dit gedicht is gemaakt naar aanleiding
van een de afbeelding die ik vond,
het was een prent van de Rijn
bij Katwijk,die daar in zee mond…
Schippersvrouwen, vaak alleen in het leven,
omdat hun mannen in zeeën achterbleven…
Katwijk is paraderen op de boulevard,
zondags rust en stilte, strand en hoge duinen,
Katwijk is met vrienden of familie,
door duin naar Wassenaarse slag struinen…
Katwijk, de remise, witte kerk en bomschuit,
kosters, die zondag laat de kerk sluit,
om opgeschoten jeugd te weren,
Katwijk, je woont er, je leeft er,
ze zijn soms bang en angstig,
voor de dag der Heren….
Katwijk, zeemansdorp,
zwaar christelijk heb ik ervaren…
Achter de gordijnen, (soms) Sodom en Gamorra,
roddel en achterklap, hetzelfde Katwijk
soms vol gevaren…
Katwijk, mooi gastvrij voor toeristen toebereid,
zes dagen per week, de zevende is voor hun eeuwigheid..
Katwijk mooi, maar vreemd dorp achter de kustlijn,
velen wonen er graag, wonen bij familie`s,
anderen zijn door hun trauma, blij dat ze er weg zijn…
Katwijk, door mij in een gedicht bezongen,
een dorp veelzijdig, soms vrij, soms gedwongen…
Katwijk, veel ben ik er geweest….
heb het dorp nooit helemaal leren kennen…
Ik heb dit nooit goed kunnen zetten,
Katwijk een dorp met facetten…
John.