We staan tegenover elkaar,
Hallo, in plaats van hai schat,
Een handdruk, in plaats van een zoen,
Hand in onze zak, inplaats van arm in arm.
We reserveren een tafeltje,
Eerst aan de bar, in plaats van meteen zitten,
Felle Tl-buizen, in plaats van romantische kaarsjes,
Een andere kant op kijken, in plaats van staren in elkaar ogen.
We gaan zitten,
Hoofd achter de menu-kaart, in plaats van naar elkaar seinen,
Hand op je schoot, in plaats van hand in hand.
Voeten onder je eigen stoel, in plaats van voetje vrijen.
We gaan bestellen,
Niet ‘wat wilde jij schat?’, maar ieder voor zich,
We kijken elkaar nogsteeds niet aan,
En dan begin je te praten…
“Waarom bleef je niet gewoon bij me??”
“Je kwetste me..”
“We kunnen opnieuw..”
“NEE!”
Het eten komt,
Ieder zijn eigen eten, in plaats van proeven van elkaars portie.
Een dunne pizza, in plaats van elkaar voerende mosselen,
Betraande ogen van mij naar de grond, in plaats van jou bekijkend.
Dan begin je weer te praten,
“Ik mis je zo, kom alsjeblieft terug”
Ik begin te smelten..
“NEE….”
Geen handen boven tafel vast,
Geen blozende gezichten,
Geen voetje vrijen onder tafel,
Geen leuke woorden,
Het dessert komt,
Lekker ijs, je vraagt me:
“Geef me nog 1 kans..”
“Nee….”
We eten het ijs,
Niet elkaar voeren van druiven, maar bokkig zelf lepelen,
Niet laten proeven, maar zelf alles weg schransen,
Dan vraag je me het nog 1 keer met mijn hand vast:
“Wil je weer bij me komen wonen, ik smeek het je, ook voor Charelle & Timmy,
“Ik weet het niet Dave, het is nog net, de wond”
“Alsjeblieft, ik kan niet zonder je en de kids ook niet”
dan ren ik weg,
Tranen stromen over mijn gezicht,
De sjaal waait losjes om me heen,
Mijn haren wapperen in de wind,
Dan die warme hand op mijn schouder,
De warme lippen op de mijne,
De armen om me heen,
De kreuntjes van jou en mij,
Samen daar in de kou,
“Ja Dave,”
Hoor ik mezelf zeggen
“We proberen het nog een keer..”