Ik lig in bed te denken aan jou,
te denken hoeveel ik eigenlijk wel van je hou.
Af te vragen waarom ik niet slaap,
af te vragen waarom ik steeds weer me gedachten bij elkaar raap.
Ik tel de seconde die ik niet bij je ben,
ik denk aan je woorden die je tegen me zei met je stem.
Ik kan niet langer in bed liggen ik moet er uit,
ik kijk naar buiten naar de maan door me grote zolder ruit.
Wat is dit rare gevoel in me buik,
elke keer als ik denk dat ik je luchtje ruik.
Elke keer als ik je zie lopen,
gaat mijn hart elke keer meer open.
Altijd weer een beetje meer,
keer op keer op keer.
Ik kan nu niet langer blijven,
om me gedicht af te schrijven.
Omdat ik je zo niet kan vertellen hoe ik me voel,
omdat ik je zo niet kan vertellen hoe ik het bedoel.
Ik kan je alleen vertellen wat ik weet,
en zal het groot voor je typen zodat je het nooit meer vergeet.
dat ik verliefd op je ben
en dat zeg ik met de diepste gevoelens die ik ken,