De glimlach
Wanneer tranen zijn gedroogt,
zilte plekken laat glinsteren,
wanneer de strom verandert in een bui,
en het zicht verbeterd,
komt de plaats voor een glimlach,
voorzichtig getoverd op je gezicht,
daar waar je ogen nog niet lachen,
maakt je mond een begin,
Zolang je niet hoeft te denken,
aan dat wat je verloren hebt,
is die donderwolk verdwenen,
niet voor lang, maar voor even,
Tover die glimlach,
zoals mona lisa's doek,
ookal glinsterd,
een traan, diep in je ooghoek,
Daar waar je mond behoedzaam,
een glimlach laat zien,
ziet men de schoonheid,
van jouw traan.